Expression Orale - Néerlandais
Des mises en situation orales pour pratiquer les conversations quotidiennes en néerlandais.
Dagelijkse Gesprekken
Niveau A1-A2 | Expression Orale
Conseils pour l'expression orale
Comment améliorer votre expression orale en néerlandais
- Pratiquez régulièrement - Même quelques minutes par jour peuvent faire une grande différence.
- N'ayez pas peur de faire des erreurs - C'est en faisant des erreurs qu'on apprend.
- Écoutez attentivement - L'écoute active est essentielle pour améliorer votre prononciation.
- Répétez à haute voix - Imitez les intonations et le rythme des locuteurs natifs.
- Enregistrez-vous - Cela vous permettra d'identifier vos points forts et vos points à améliorer.
- Apprenez des phrases utiles - Mémorisez des expressions courantes pour les situations quotidiennes.
- Utilisez des gestes - La communication non verbale peut vous aider à vous faire comprendre.
Stratégies pour maintenir la conversation
- Demandez des clarifications - "Kunt u dat herhalen, alstublieft?" / "Wat bedoelt u met...?"
- Gagnez du temps - "Laat me even nadenken..." / "Dat is een interessante vraag..."
- Paraphrasez - Si vous ne connaissez pas un mot, essayez de l'expliquer autrement.
- Posez des questions - Montrez votre intérêt et gardez la conversation active.
- Utilisez des expressions de transition - "Trouwens..." / "Als we het toch over... hebben" / "Dat doet me denken aan..."
Dialogues et Mises en Situation
Dialogue 1: In de supermarkt (Au supermarché)
Personne | Dialogue |
---|---|
Klant (Client): |
Goedemorgen. Kunt u mij helpen? Waar vind ik de melk? Bonjour. Pouvez-vous m'aider ? Où puis-je trouver le lait ? |
Medewerker (Employé): |
Natuurlijk. De melk staat in gangpad 3, naast de yoghurt. Bien sûr. Le lait se trouve dans l'allée 3, à côté du yaourt. |
Klant: |
Dank u wel. En heeft u ook volkorenbrood? Merci. Et avez-vous aussi du pain complet ? |
Medewerker: |
Ja, het brood vindt u bij de bakkerij, aan het begin van de winkel. Oui, le pain se trouve à la boulangerie, à l'entrée du magasin. |
Klant: |
Perfect. Heeft u nog appels in de aanbieding? Parfait. Avez-vous encore des pommes en promotion ? |
Medewerker: |
Ja, de Elstar appels zijn deze week in de aanbieding. U vindt ze bij de groente- en fruitafdeling. Oui, les pommes Elstar sont en promotion cette semaine. Vous les trouverez au rayon fruits et légumes. |
Dialogue 2: Een afspraak maken bij de dokter (Prendre rendez-vous chez le médecin)
Personne | Dialogue |
---|---|
Patiënt: |
Goedemiddag, met [Uw Naam]. Ik wil graag een afspraak maken bij dokter De Vries. Bonjour, c'est [Votre Nom]. J'aimerais prendre rendez-vous avec le docteur De Vries. |
Assistente: |
Goedemiddag. Even kijken... Kan het aanstaande woensdag om 10:00 uur? Bonjour. Voyons voir... Est-ce que mercredi prochain à 10h00 vous convient ? |
Patiënt: |
Woensdag om 10:00 uur is perfect. Dank u wel. Mercredi à 10h00, c'est parfait. Merci beaucoup. |
Assistente: |
Graag gedaan. Tot woensdag! De rien. À mercredi ! |
Mise en situation 1: Een treinkaartje kopen (Acheter un billet de train)
Vous êtes à la gare et vous voulez acheter un billet pour Amsterdam. Préparez un court dialogue avec l'employé du guichet.
Rôle A: Vous (de reiziger - le voyageur).
Rôle B: L'employé du guichet (de loketbediende).
Expressions utiles : Ik wil graag een kaartje naar..., Een enkeltje of een retourtje?, Hoe laat vertrekt de trein?, Vanaf welk spoor?
Exemple de dialogue:
A (Reiziger): Goedemorgen. Ik wil graag een treinkaartje naar Amsterdam, alstublieft.
B (Loketbediende): Goedemorgen. Een enkeltje of een retourtje?
A: Een retourtje, graag. Voor vandaag.
B: Dat is dan €25,50. Contant of met de kaart?
A: Met de kaart, alstublieft. Hoe laat vertrekt de volgende trein?
B: De volgende trein naar Amsterdam vertrekt om 10:15 uur vanaf spoor 7a.
A: Dank u wel voor de informatie.
B: Graag gedaan en een goede reis!
Mise en situation 2: Iets bestellen in een café (Commander quelque chose dans un café)
Vous êtes dans un café et vous voulez commander une boisson et quelque chose à manger.
Rôle A: Vous (de klant - le client).
Rôle B: Le serveur/La serveuse (de ober/serveerster).
Expressions utiles : Ik wil graag bestellen, Wat wilt u drinken/eten?, Ik neem..., Heeft u ook...?
Exemple de dialogue:
A (Klant): Goedemiddag, mag ik bestellen?
B (Ober): Natuurlijk. Wat wilt u drinken?
A: Ik neem een cappuccino, alstublieft. En heeft u misschien appeltaart?
B: Ja, we hebben verse appeltaart. Wilt u daar slagroom bij?
A: Ja, graag met slagroom. Dat is alles, dank u.
B: Komt eraan!
Exercice Professionnalisant : Entretien téléphonique en néerlandais
La capacité à mener un entretien téléphonique professionnel en néerlandais est une compétence très valorisée dans le monde des affaires belge et néerlandais.
Consigne : Préparez-vous à mener un entretien téléphonique professionnel en néerlandais. Vous devez appeler un partenaire commercial pour discuter d'une commande récente qui n'a pas été livrée à temps.
Scénario : Vous travaillez pour l'entreprise "Belfort Solutions" et vous avez passé une commande de matériel informatique auprès de "Dutch Tech BV" il y a deux semaines. La livraison était prévue pour hier, mais vous n'avez toujours rien reçu. Vous appelez pour savoir ce qui se passe et quand vous pouvez espérer recevoir votre commande.
Expressions utiles :
- Goedemorgen/Goedemiddag, met [votre nom] van Belfort Solutions.
- Ik bel in verband met onze bestelling... (J'appelle au sujet de notre commande...)
- De levering had gisteren moeten plaatsvinden... (La livraison aurait dû avoir lieu hier...)
- Kunt u mij vertellen wat er aan de hand is? (Pouvez-vous me dire ce qui se passe ?)
- Wanneer kunnen we de levering verwachten? (Quand pouvons-nous attendre la livraison ?)
- Is het mogelijk om... (Est-il possible de...)
- Ik begrijp de situatie, maar... (Je comprends la situation, mais...)
- Bedankt voor uw hulp. (Merci pour votre aide.)
Exemple de dialogue téléphonique professionnel :
Receptionist: Dutch Tech BV, goedemorgen.
U: Goedemorgen, met Marie Dubois van Belfort Solutions. Ik zou graag met iemand van de afdeling verkoop willen spreken.
Receptionist: Een ogenblik, ik verbind u door.
Verkoper: Afdeling verkoop, met Jan de Boer.
U: Goedemorgen meneer De Boer, met Marie Dubois van Belfort Solutions. Ik bel in verband met onze bestelling nummer BF-2025-089.
Verkoper: Ja, mevrouw Dubois. Waarmee kan ik u helpen?
U: De levering van onze bestelling had gisteren moeten plaatsvinden, maar we hebben nog niets ontvangen. Kunt u mij vertellen wat er aan de hand is?
Verkoper: Het spijt me dat te horen. Laat me even in ons systeem kijken... Ah, ik zie het probleem. Er was een vertraging bij onze leverancier. Uw bestelling is vanochtend pas bij ons binnengekomen.
U: Ik begrijp de situatie, maar we hebben deze materialen dringend nodig voor een project. Wanneer kunnen we de levering verwachten?
Verkoper: We kunnen de bestelling morgenochtend verzenden. U zou het dan overmorgen moeten ontvangen.
U: Is het mogelijk om een spoedlevering te regelen? We hebben de materialen echt nodig voor morgen.
Verkoper: Ik begrijp uw situatie. Ik zal kijken wat ik kan doen. Misschien kunnen we een koeriersdienst inschakelen voor een levering morgen. Er zullen wel extra kosten aan verbonden zijn.
U: Dat is geen probleem. Het is belangrijker dat we de materialen op tijd ontvangen.
Verkoper: Goed, ik regel het meteen en stuur u een e-mail met de bevestiging en de details van de levering.
U: Uitstekend. Bedankt voor uw hulp en begrip.
Verkoper: Graag gedaan. Nogmaals excuses voor het ongemak.
U: Tot ziens.
Verkoper: Tot ziens.
Vocabulaire professionnel utile :
- de bestelling - la commande
- de levering - la livraison
- de afdeling verkoop - le département des ventes
- doorverbinden - transférer (un appel)
- een vertraging - un retard
- de leverancier - le fournisseur
- dringend - urgent
- een spoedlevering - une livraison express
- een koeriersdienst - un service de messagerie
- extra kosten - frais supplémentaires
- het ongemak - le désagrément